Bijlage 3: Juridische toets en eindoordeel van het College

Jaarverslag LZA-LP&K 2024

De commissie vindt het van belang om nader in te gaan op de toetsing en het eindoordeel van het College inzake late zwangerschapsafbreking, levensbeëindiging bij pasgeborenen en kinderen van 1 tot 12 jaar.

Strafrechtelijke verwijtbaarheid

Het College beoordeelt de strafrechtelijke verwijtbaarheid van een arts in zaken die betrekking hebben op late zwangerschapsafbreking, levensbeëindiging bij pasgeborenen en bij kinderen van 1 tot 12 jaar. Die verwijtbaarheid komt te vervallen indien sprake is van een geslaagd beroep op de strafuitsluitingsgrond ‘overmacht’ in de zin van een noodtoestand. Daarvan is doorgaans sprake wanneer de commissie heeft vastgesteld dat de arts heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen. Als het College tot een andere conclusie zou komen, dan beziet het of er nader onderzoek moet komen om daarna te beoordelen of er redenen zijn om tot vervolging over te gaan.6

Wanneer de arts volgens de commissie heeft gehandeld in overeenstemming met de zorgvuldigheidseisen zal het College doorgaans geen aanleiding zien om nader onderzoek in te stellen, gezien de zwaarte van het advies van de commissie. Dit sluit strikt genomen een onderzoek niet uit, ook niet als de commissie oordeelt dat aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan, bijvoorbeeld omdat sprake is van contra-indicaties waarvan de commissie geen weet had ten tijde van het afgeven van het oordeel. In het geval de commissie tot de conclusie komt dat een substantiële zorgvuldigheidseis is geschonden, kan het College overgaan tot nader onderzoek en eventueel tot vervolging. Tot op heden heeft het College in de door haar beoordeelde meldingen van de commissie nog nooit besloten onderzoek in te stellen of een arts te vervolgen.

Voor veel artsen is het uitvoeren van een late zwangerschapsafbreking of levensbeëindiging bij pasgeborenen en kinderen van 1 tot 12 jaar een uiterst moeilijke aangelegenheid. Vaak betreft het medisch ingewikkelde casuïstiek waarin de arts ook geconfronteerd wordt met ethische dilemma’s. Vanwege de ethische, maatschappelijke en politieke gevoeligheid van het onderwerp is het van belang dat het handelen van de arts toetsbaar en transparant is.

Zorgvuldigheidseisen

De Regeling omschrijft voor late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen de kaders waarbinnen het handelen van de arts dient te vallen. Ten aanzien van levensbeëindiging bij kinderen van 1 tot 12 jaar zijn in de Regeling geen zorgvuldigheidseisen opgenomen. opgenomen. Tijdens de herziening van de Regeling is vanuit het veld aangegeven dat het ontbreken van zorgvuldigheidseisen onwenselijk is, omdat dit vragen oproept over de rechtszekerheid voor artsen en de rechtsbescherming van kinderen en hun ouders. Het kabinet erkende deze zorgen en lichtte toe dat vanwege het gebrek aan casuïstiek verdere normontwikkeling noodzakelijk is voordat zorgvuldigheidseisen in de Regeling kunnen worden opgenomen.

Volgens het kabinet betekent het ontbreken van zorgvuldigheidseisen in de Regeling echter niet dat artsen en de commissie geen houvast hebben. De arts moet bij levensbeëindiging bij kinderen van 1 tot 12 jaar op grond van heersend medisch inzicht tot de overtuiging komen dat levensbeëindiging het enige redelijke alternatief is om het uitzichtloos en ondraaglijk lijden van het kind weg te nemen. Voor haar beoordeling neemt de commissie de door de NVK geformuleerde zorgvuldigheidseisen bij haar toetsing als vertrekpunt.7

[6] In verband met de op 1 februari 2024 gewijzigde Regeling, wordt de Aanwijzing vervolgingsbeslissing inzake late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen (2017A003) momenteel herzien. Zie: Aanwijzing vervolgingsbeslissing inzake late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen (2017A003) | Beleid en Straffen | Openbaar Ministerie

[7] Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid van 13 december 2023, kenmerk 3733117-1057328-PG, houdende wijziging van de Regeling beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen in verband met wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Regeling en de uitbreiding inzake het beoordelen van een levensbeëindiging bij kinderen van 1–12 jaar, Stcrt. 2024, nr. 99, p. 6.